Project ANT 2020 op EVONIK Antwerpen hield een uitbreiding in van twee bedrijven en een ombouw van een derde bedrijf. De TIE-INS (inbindingspunten) bij de uitbreiding, maakte de job extra uitdagend: De bedrijven bleven hun activiteiten uitvoeren en ondertussen moest de job vooruit.

Project ANT 2020 had een looptijd van 2 jaar.

1. De ombouwing

STELLINGBOUW

Het bedrijf werd omgebouwd om bepaalde productieprocessen te kunnen aanpassen. In een relatief kleine omgeving moesten er stellingen gebouwd worden om alles te kunnen demonteren en enkele vaten te kunnen vernieuwen.

Aangezien de ruimte zo compact was, zorgde dit voor moeilijkheden.

De stellingen moesten zo geplaatst worden dat de 3 disciplines zonder hinder hun job correct, efficiënt en veilig konden uitvoeren. Ook het voorzien van vluchtwegen voor de brandweer was geen evidentie.

Vele vergadermomenten werden gewijd aan plannen, wijzigen en her-uittekenen. Deze wijzigingen, zoals het optimaliseren van de vluchtwegroutes, brachten dan ook extra werk en toolboxen met zich mee.

STIP coördinator Tony Allart

ISOLATIE

De plaatsing van de isolatie was een ware race tegen de klok. Het aanbrengen van het PIR koud-schuim moest zo snel mogelijk gebeuren, aangezien de leidingen onder 0° Celsius gingen en er zich ijs kon vormen. Zonder de isolatie kon het bedrijf niet terug opstarten.

SCHILDERWERKEN

Aangezien de staalbouw gedemonteerd werd en er nieuwe constructies bijgeplaatst werden, was het aangewezen om het geheel te controleren en opnieuw te schilderen. Daarvoor moesten er opnieuw stellingen gebouwd worden. Deze bijkomende stellingen waren nodig, maar vormden een hindernis voor de andere disciplines. Het was dan ook een uitdaging voor mij om de 3 disciplines aan te sturen en tegelijkertijd af te stemmen met mijn collega’s, die in dezelfde tijdspanne, hun job moesten kunnen uitvoeren.

Een evenwicht vinden en alle partijen tevreden houden was vooral uitdagend, temeer omdat de schilders onder enorme druk stonden.

Iedereen die niet-geschilderd materiaal (staalbouw, leidingen enz.) bij de schilders bracht, wou hun materiaal zo snel mogelijk terug. In het schilderproces en diens duurtijd, moeten we rekening houden met de droogtijden van de verf, de verschillende lagen of systemen die aangebracht moeten worden, de beperkte ruimte in de straalhal en, tijdens de wintermaanden, de duurtijd van het acclimatiseren van het materiaal dat van buiten naar binnen gebracht wordt.

Nadat het bedrijf enkele weken gedraaid had, moest deze terug omgebouwd worden naar zijn originele staat. Op zich, viel deze fase mee, aangezien de bestaande leidingen en de constructie mochten blijven staan. Vooral stellingbouw en isolatie hadden het druk, omdat de stellingen (die gedemonteerd werden, om bij de opstart van het bedrijf vrije doorgangen te creëren voor productie en brandweer) opnieuw geplaatst moesten worden.

2. De uitbreiding – bedrijf A

De uitbreiding van dit bedrijf was een ingewikkelde opgave: Tijdens de verbouwing moest het bedrijf in dienst blijven.

De TIE-INS in het gebouw brachten heel wat problemen met zich mee: Omdat het bedrijf telkens kort stilgelegd moest worden om deze delen te kunnen inbinden, werd de werkdruk opgevoerd: het bedrijf moest zo snel mogelijk terug kunnen produceren.

Het afzakken van het product gebeurde tijdens de weekenden. Om de bouw vrij te houden van ongedierte moesten alle muurdoorvoeringen tegen de vrijdag telkens afgeplakt worden en de maandag opnieuw vrijgemaakt. Deze wekelijks terugkerende deadline zorgde voor een verhoogde tijdsdruk.

De afzakkingsmachines werden verplaatst naar het nieuwe gedeelte, dat nog niet volledig afgewerkt was: er bevond zich een enorm gat boven de machines, gemaakt om een grote silo op de tweede verdieping te kunnen plaatsen.

Deze machines (en het afzakken) moesten beschermd worden tegen regenval. In eerste instantie losten we dit probleem op door krimpfolie te plaatsen. Het merendeel van het regenwater kon hierdoor afgevoerd worden, maar door de aanwezigheid van doorvoeringen in de vloer (voorzien voor latere plaatsing van leidingen), – ook al werden deze door isolatiehoedjes afgedicht – zou er toch nog water kunnen doorsijpelen tijdens het afzakken.

Aangezien het afzakken niet gestaakt kon worden, moesten we snel met een alternatieve oplossing op de proppen komen:

Op het gelijkvloers liet ik een enorme tent bouwen met krimpfolie. Deze tent had een minimum aan staanders om de toegankelijkheid voor de heftruck met big bags te garanderen. Het water dat de tent afliep, werd opgevangen door een geïmproviseerde dakgoot uit isolatie.

3. De uitbreiding – bedrijf B